Sprint 5 vmbo: van experiment naar prototype
De vmbo-teams hebben de afgelopen week geëxperimenteerd met kleine lesideeën. Welke inzichten leverden deze experimenten op? En hoe worden deze gebruikt bij de opzet van het prototype dat de docenten samen met hun culturele partner gaan uitwerken. Op 22 maart, tijdens de een na laatste sprint van dit schooljaar, deelden de deelnemers hun ervaringen en de plannen voor het prototype van een bouwsteen.
Resultaten experimenten
De afgelopen weken hebben de teams elk een experiment met leerlingen uitgevoerd. Hiermee hebben ze de scenario’s uit de vorige sprint getest.
Berechja College
De leerlingen van het Berechja College kregen de opdracht op pad te gaan en van vier verschillende locaties een vlog te maken. De docenten vonden het leuk om te zien wat er was gemaakt. De ene leerling had al veel kennis, anderen niet. Het experiment liet zien wat leerlingen definiëren als kunst en cultuur.
De inzichten:
- als je leerlingen helemaal los laat in waar ze filmpjes van moeten maken, gaan ze van elkaar overnemen. Geef je ze een afgebakende opdracht, dan hebben ze meer om uit te graven en leren ze meer over wat ze nog niet weten.
- sturing is noodzakelijk voor een goed resultaat (dat ze beseffen dat cultuur meer is dan ze misschien nu beseffen en dat het onderdeel is van de maatschappij);
- leerlingen koppelen kunst en cultuur aan tastbare dingen (zoals een monument) en niet aan dans, muziek en schilderen;
- vloggen is een stimulerend middel voor leerlingen.
Buitenhout College
De docenten van het Buitenhout College onderzochten wat leerlingen nodig hebben om zich creatief te uiten zonder dat ze daarbij veel gestuurd worden. De leerlingen kregen de opdracht een scene te maken. Het team experimenteerde met drie onderzoeksvragen om zicht te krijgen wat de leerlingen van BBL en KBL nodig hebben in de bovenbouw.
1. Hoe kunnen de leerlingen tot een scene binnen een aangegeven kunstdiscipline komen en welke handvatten hebben ze hierbij nodig?
De inzichten:
- leerlingen hebben duidelijke kaders nodig, ongeacht niveau;
- beide niveaus zijn gebaad bij veiligheid en coaching want er is nog weinig zelfvertrouwen;
- bij beide klassen is het nodig voorbeelden te laten zien;
- mavoleerlingen kunnen zelfstandiger dingen onderzoeken en toepassen;
- de uitleg is bij BBL/KBL is meer docent-gestuurd, bij mavo kun je afwisselen tussen docent en leerling.
2. Welke informatie hebben ze wel en niet nodig?
De inzichten:
- het is nodig om een opbouwende les te geven waarin kennismaken, ervaren en creëren elkaar opvolgen. Deze les is vaak docent-gestuurd;
- bij mavo kun je naarmate de lessen vorderen de leerlingen zelfstandiger onderzoek laten doen. Dit betekent dat de leerlingen vrijer gelaten kunnen worden in het maakproces.
3. Hebben leerlingen voldoende aan de uitleg, zijn ze genoeg geïnspireerd om tot een idee te komen?
De inzichten:
- leerlingen hebben genoeg ideeën;
- ze kunnen niet uitleggen waarom ze iets leuk vinden;
- als de les goed is opgebouwd, vinden de leerlingen de vrijheid om zelf over creatie na te denken;
- het kader moet aan het begin van de les duidelijk zijn;
- leerlingen hebben wel lef maar delen en er voor uitkomen is lastig;
- leerlingen hebben moeite met keuzes maken;
- leerlingen zien nog niet dat verschillende ideeën naast elkaar kunnen bestaan of worden samengevoegd.
Aeres VMBO Almere
Het team van Aeres VMBO Almere wilde onderzoeken wat de leerlingen weten van een festival en formuleerde hiervoor de volgende onderzoeksvragen:
- ben je al eens op een festival geweest, en zo ja welke;
- wat hoort bij een festival, welke kunstdisciplines;
- moet een festival buiten plaatsvinden;
- wordt een festival altijd voor een speciale doelgroep georganiseerd;
- moet een festival een thema hebben?
De inzichten:
- leerlingen weten weinig over festivals;
- het woord festival zegt hen weinig;
- ze zijn erg gericht op consumeren;
- ze noemen nauwelijks theaterelementen;
- ze noemen wel: muziek, food, gaming, lasers, beveiliging, toiletten, routing, film, Indiase kleuren;
- door corona denken ze ook na over de routing voor het publiek.
Prototype opzetten
Na de presentaties van de inzichten gingen de teams uiteen om elk aan de opzet van het prototype van hun eerste bouwsteen – de onderwijsactiviteit – te werken, volgens de Studio VMBO-aanpak van OCPE: onderzoeken, creëren, presenteren en evalueren. Er is ingezoomd op welke momenten de culturele partners Vis à Vis, KAF, Nieuwe Bibliotheek en Cultuurbedrijf NOP in de bouwsteen actief zijn. Verder is besproken wat de leerlingen ervaren als ze met de bouwsteen gaan werken. Hoe praten ze er thuis over? Is de bouwsteen rijk genoeg? Twee scholen presenteerden de opzet van hun bouwsteen.
Aeres VMBO Almere
De school wil een festival organiseren en gaat een deel testen. De leerlingen gaan met een plattegrond door de school. Op hun route worden ze op verschillende manieren geïnspireerd, onder meer door Vis à Vis. Na de route (onderzoeken) vertellen ze welke indrukken ze hebben opgedaan en verwerken ze deze in een Mural. We gaan daar over in gesprek, doen nieuwe ideeën op en vervolgens gaan leerlingen zelf onderdelen toevoegen aan de route (creëren).
Dit vindt het team spannend:
- de tijdsdruk, we willen het redelijk snel doen;
- lukt het leerlingen om met genoeg eigen ideeën te komen;
- kunnen de leerlingen ons verbazen;
- vinden we de juiste balans tussen vrij laten en sturen?
De aanpak:
- verzamelen van inspiratie-materiaal en QR-codes maken die leerlingen op de route kunnen scannen voor muziek/filmpjes/uitleg:
- life is a stage (decorontwerp van Vis à Vis);
- restaurantgeluiden in de aula of wc;
- Shakespeare in de klas;
- gamen op de parkeerplaats;
- karaoke in de bezemkast;
- Banksy ontsnapt uit de school;
- de directeur is een DJ.
Berechja College
De school wil leerlingen kennis laten maken met de lokale kunst en cultuur en hen een top 10 laten samenstellen van culturele activiteiten in de omgeving en daaruit weer een top 3. De leerlingen krijgen een workshop over vloggen. In groepjes bezoeken de leerlingen de locaties, volgen daar een workshop en leggen hun bevindingen vast in een vlog.
In het prototype gaan we met twee klassen:
- in les 1 – top 10 en top 3 maken;
- in les 2 – een plan maken (welke workshops, welk eindproduct);
- in les 3 – de workshop-dag: in de ochtend workshops (onderzoeken), in de middag uitwerken (creëren), en in de avond presentatie (presenteren);
- in les 4 – evalueren op eigen wijze.
Dit vindt het team spannend:
- resulteert de aanpak ook echt in een eindproduct;
- is één dag voldoende om van workshop naar eindproduct te gaan?
Tips voor betere resultaten
De deelnemers stonden stil bij de voorwaarden voor een goede leeromgeving en kregen tien tips om het eigenaarschap van de leerlingen te vergroten. (Bron: Onderwijs maak je samen)
Bij een betekenisvolle, rijke en krachtige leeromgeving horen:
- een professionele leerkracht, van wie je kunt leren. Hij legt niet alles uit, maar richt zich op het leerproces van zijn leerlingen;
- verschillende contexten die de nieuwsgierigheid opwekken;
- ruimte voor inbreng van de leerling, voor eigen wensen, oplossingen en creativiteit;
- mogelijkheden voor experimenteren en onderzoeken;
- ruimte om samen te werken;
- diverse soorten uitnodigende materialen en activiteiten, en faciliteiten zoals ICT;
- ruimte voor verschillende leerstijlen en leervormen.
De tips om het eigenaarschap van leerlingen te vergroten zijn:
- laat leerlingen zelf keuzes maken;
- zorg voor betekenisvol onderwijs;
- maak leren zichtbaar;
- laat leerlingen (met hulp van jou als docent) zelf hun doelen bepalen;
- creëer verantwoordelijkheid;
- ben je bewust van je eigen rol als docent;
- zorg voor krachtige zelfevaluatie;
- stel gezamenlijk regels op;
- geef feedback aan leerlingen die een op groei gerichte mindset stimuleert;
- heb oog voor kleine dingen.
De komende weken werken de teams hun prototypes uit en testen deze met leerlingen. Van alle prototypetesten maken we video’s die onder meer worden gepresenteerd tijdens de slotmanifestatie van jaar 1 op 1 juni.