Sprint 10 vmbo: observaties en inzichten
Elk team bundelde de observaties en haalde er inzichten uit. Hierbij is gewerkt met de CIMR-methode om de inzichten te verwerken.
C staat voor Context: In welke context (wat voor les) is het inzicht ontstaan?
I staat voor Interventie: Welke interventie (actie) is er toegepast?
M staat voor Mechanisatie: Welk mechanisme (ervaring/gevoel) werd door de interventie getriggerd bij de leerlingen?
R staat voor Resultaten: Wat waren de gewenste en ongewenste resultaten?